Leve Rodenbach!

Na in het vorige stukje de Vlaamse beweging in de jaren 1870 te hebben besproken, is het gepast in deze uitgave stil te staan bij iemand die in deze periode een niet te onderschatten indruk heeft nagelaten. Hij stierf in 1880 op 23-jarige leeftijd, maar dat weerhield hem niet om ons prachtige gedichten na te laten.

Misschien lijkt het wat makkelijk, maar de verjonging van de Vlaamse beweging in de jaren 1870 is grotendeels toe te schrijven aan Albrecht Rodenbach. Hij was het die, in reactie op het door het Frans gedomineerde middelbare onderwijs, te Roeselare op het college met de Vlaams-nationalistische en katholieke studentenbeweging van de ‘blauwvoeterie’ begon. Hoewel hij zelf uit een Franstalig gezin afkomstig was, spendeerde de jongeman zijn tijd aan het scheppen van een mythisch Vlaams verleden. Hij baseerde zich hiervoor op werken van Conscience en dergelijke, maar maakte ook gebruik van de oude Germaanse legenden.

Rodenbachs toneelstuk ‘Gudrun’ en zijn romantische dichtwerken maakten indruk op de jeugd en startte een groter bewustzijn in de Vlaamse huiskamers. In colleges over heel Vlaanderen brak Vlaams verzet uit van schooljongens en studenten. Echter bleek Rodenbach al snel té succesvol voor de Belgische bisschoppen, die met de verzwakking van België ook hun macht zagen tanen. Ondanks krachten uit verschillende hoeken, die Albrecht de mond wilden snoeren, bleef zijn strijdkreet ook na zijn veel te vroege dood sterk galmen in de hoofden van jonge, geëngageerde Vlamingen.

“Vliegt de blauwvoet, storm op zee!” is van generatie op generatie tot vandaag dé kreet van Vlaamsgezinde jongeren. Onder Rodenbachs invloed gingen die jongeren in ‘hun’ Vlaanderen geloven, radicaler dan ooit tevoren. Voorzichtig verzet maakte in de decennia na de jaren 1870 plaats voor een openlijke strijd tegen het Belgische establishment. Tijdens onder andere de Eerste Wereldoorlog was het geen verrassing dat jonge Vlaamsgezinde soldaten de vogel van de leuze op hun zerk wilden:

“Hij (de zerk) droeg de letters V V K en de wrekende blauwvoet. De teekening werd aan den generaal Wielemans, stafoverste van het Belgisch leger, voorgelegd. Hij keurt het werk van Helden-hulde goed. De zerken rezen uit den grond op, de soldaten spaarden de centen van hun mager soldij om hun vrienden een Vlaamsche grafplaats te bezorgen. Ze leefden als Vlaamsche soldaten, ze wilden het blijven tot in den dood toe.”

Adiel Debeuckelaere in het parlement op 17 februari 1931

Rodenbach beïnvloedde wel vooral jonge Nederlandstalige intellectuelen. Deze -vaak- studenten vormden als gevolg in Leuven, Brussel en Gent studentengenootschappen. Uit die algemene studentenbeweging moest wel een actie losbreken voor de vernederlandsing van het hoger onderwijs. Gediplomeerde Vlaamsgezinden zouden plaats kunnen nemen in leidinggevende functies van de staat en bedrijven en zo het systeem van bovenuit veranderen.

Rond 1900 werd de vernederlanding van het hoger onderwijs een enorm belangrijk programmapunt van de Vlaamse beweging.

“Onze beweging is geen taalkamp, geen kamp om de Vlamingen in België nevens de Walen te plaatsen. Wij willen al de rechten van onzen stam opnieuw erkend zien en onze Vlaamsche nationaliteit vrij in al haar uitingen, haar eigen aard en wezen uit te spreken zoo het behoort, nog leeft wel het apenras van wie (onze) stemme tegensnorden, nog leeft diezelfde domkop van ’n Staat. Desniettemin vooruit… en eens zien wij ons Vlaanderland in vele bloeite staan, ofwel eens springt ’t boelke van ’t jaar 30 naar de maan.”

Albrecht Rodenbach

Nick Peeters

Deel dit bericht op uw sociale mediakanalen of verzend de link met een E-post bericht.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram
WhatsApp
E-Post