Ronse en de vervalste talentelling van 1947

In april 2020 trekken de franskiljons in Ronse de straat op om er met een mars hun eis tot het behoud van de taalfaciliteiten kracht bij te zetten. Deze maand delen we graag een historisch weetje met onze lezers: wist u dat de franskiljons in Ronse er in het kader van de talentelling van 1947 niet voor terugdeinsden diefstal te plegen om hun grote gelijk te halen? We scheppen hieromtrent graag de context voor u.

De talentelling in België was sinds 1846 een tienjaarlijkse volkstelling, waarmee men in het ‘meertalige’ België wilde nagaan waar en door hoeveel mensen een bepaalde landstaal werd gesproken. Na de invoering van de taalwetgeving van 1932 werden de resultaten van de tellingen ook om het taalstatuut van de gemeenten vast te leggen en indien nodig aan te passen: zodra dertig procent van de inwoners zich uitte als spreker van een andere taal dan de officieel bepaalde taal van de gemeente (zoals het Nederlands in Ronse), was deze gemeente verplicht de taalminderheid administratief in haar taal te bedienen.

Stelt u zich voor wat de situatie was in het Ronse van 1947! De IJzertoren in Diksmuide was nog maar net gedynamiteerd en de ‘Koningskwestie’ hield het land in zijn greep. Dergelijke omstandigheden maakten het verloop en de uitslag van de talentelling van dat jaar bijzonder bedenkelijk. De Franstaligen in Ronse voerden stevig campagne om het aantal Franstaligen over de 30%-drempel te krijgen en een tweetalig regime voor de stad te kunnen afdwingen. Toen al snel bleek dat de beoogde dertig procent niet gehaald zou worden, ‘verdwenen’ plots zo’n 550 tellingsformulieren uit het stadhuis. ‘Toevalligerwijs’ bleken de Franstaligen als gevolg van deze fraudepoging aan 30,6% te komen, wat nét voldoende was om te kunnen overschakelen op een tweetalig regime. Onderzoek toonde al aan dat de Franstaligen zonder de vervalsing – die waarschijnlijk via de gestolen tellingsformulieren geschiedde – slechts 28,3% zouden hebben gehaald.

Door het felle Vlaamse verzet tegen deze frauduleuze gang van zaken kon worden verhinderd, dat de resultaten van de talentelling bekrachtigd werden. De volgende talentelling van 1957 stuitte logischerwijs op sterk verzet in Vlaanderen. Men vreesde dat opnieuw de deur op een kier zou worden gezet voor een verdere verfransing. Dankzij een massale boycotactie van de Vlaamse gemeenten kwam van uitstel afstel, waardoor de vervalste talentelling van 1947 meteen ook de laatste werd. De hierboven beschreven toestand vormde mee de aanleiding voor de vastlegging van de taalgrens. Met de taalwetten van 1962 en 1963 kregen de Franstaligen in achttien gemeenten faciliteiten, waaronder Ronse. Aanvankelijk werd het stelsel van de faciliteiten voorgesteld als een middel om de Franstaligen in Vlaanderen de kans te bieden zich aan te passen. In de praktijk werden de faciliteiten een bron van verdere verfransing en een middel voor de Franstaligen om zich vooral niet aan te passen.

Nick Peeters

Deel dit bericht op uw sociale mediakanalen of verzend de link met een E-post bericht.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram
WhatsApp
E-Post